Een reuzepaard
Van de grond tot het hoogste gedeelte van het hoofd meet het Ros Beiaard 4,85 meter. Rekent men daar nog de sierpluim bij dan bereikt het een hoogte van 5,80 meter.
Van de neus tot de staart is het paard 5,20 meter lang. De breedte bedraagt precies 2 meter.
Het hoofd van het Ros Beiaard is een echt kunstwerk gesneden uit hout en dateert vermoedelijk uit 1600. Het is hol en meet 130 cm op 50 cm.
Het houten geraamte bevat drie ruimtes en biedt plaats voor twaalf dragers of pijnders. Zij krijgen een glansrijke taak uit te voeren: het dragen van het Ros Beiaard. Oorspronkelijk scheepslossers, vormden de pijnders vanaf de 14e eeuw een machtig ambacht. Hun taak breidde zich later uit tot het optreden bij brand. Het ambacht overleefde de Oostenrijkse en Franse hervormingen en verdween pas met de Eerste Wereldoorlog. Dendermonde houdt in functie van de Ros Beiaardtraditie het pijndersambt folkloristisch in ere.
Stijlvolle aankleding
Hoewel het Ros Beiaard in het verleden ook in andere ommegangen in de Nederlanden prominent aanwezig was, is de uitvoering van het Dendermondse Ros een unicum waar de inwoners van de stad nog altijd fier op zijn.
Het hoofd is versierd met struisvogelveren in de kleuren van de stad, rood en wit. Het zadelkleed is bordeauxkleurig en aan de boorden van een fijne goud- en zilverdraad voorzien. Daarboven ligt een purperen dekkleed waarop men de wapens van de stad en van de gilden kan terugvinden. Zijn zwarte paardenstaart is gemaakt uit haar van meer dan dertig paarden.
Vier kinderen als trotse berijders
De eerste vermelding van de Vier Heemskinderen in de Dendermondse ommegang dateert van 1460.
Het zijn volgens de traditie vier opeenvolgende broers die in Dendermonde geboren zijn uit Dendermondse ouders. De jonge ridders zitten in hun harnas gezadeld op het Ros. Op hun helmen pronken wit-rode pluimveren. Met hun zwaard hoog in de lucht, groeten ze het publiek.
Het Ros Beiaard wordt begeleid door de deken van de gilde der pijnders. Het is zijn taak de kopman te verwittigen. Hij bepaalt samen met de vedelaar (vioolspeler) en de Ros Beiaardharmonie de cadans.
Wanneer het paard moet steigeren, beveelt de kopman: Heffen, heft! De eerste drie mannen tillen met gestrekte armen het Ros de hoogte in. Het tweede trio zorgt voor het evenwicht. Het derde trio gaat door de knieën en de vierde rij zakt nog dieper.
Als in een roes voeren de pijnders hun zware opdracht uit: met een gewicht van bijna duizend kilo beweegt het Ros Beiaard zich lichtvoetig en gracieus. Het kent geen vermoeidheid want helemaal op het einde van de Ommegang, bij het vuurgevecht op de Grote Markt, stormt het als in een furie op zijn belagers af. Hier is het Paard op zijn mooist en brengt het alle toeschouwers in vervoering!
Locatie
De standplaats van het Ros Beiaard en de Reuzen is de Kazerne aan de Noordlaan. Deze locatie is niet toegankelijk voor het publiek.
Meer informatie kan je lezen op de website: www.rosbeiaard.be.