De Dendermondenaren hebben aan deze eetgewoonte de spotnaam 'kopvleesfretters' overgehouden. Deze spotnaam wordt gekoesterd en traditiegetrouw uitgebeeld in de ommegangen.
Dat de Dendermondenaren fier zijn op hun spotnamen, bewijst ook het kopvliëslieke dat in 1958 door Georges Dierickx werd geschreven voor de revue Ons Pèirt mag giën ajoine. Het refrein gaat als volgt:
Kopvliës mè mostoërt op
O la la dad is de klop,
Van t vèirken of de koej,
Ge wèrre t nuët ni moej,
t Géif forse, t géift ons vier,
t Smôk mè woëter of mè bier,
t Is n echte meddesain en ge fléirt t er wéir van op,
Kopvliës mè mostoërt op!