Met deze struikelsteen herdenken we Adolf De Mol, geboren in 1914 in Lebbeke. Na zijn studies projecttekenen en architectuur aan de Vrije Vak- en Beroepsschool Sint-Jozef in Lebbeke en zijn legerdienst, behaalde hij in 1942 in Gent het provinciale getuigschrift van architect. Hij trad in 1940 in het huwelijk met Marie-Louise Van Coppenolle en ging inwonen bij zijn schoonouders, die op het Statieplein een herberg uitbaatten. Zijn echtgenote hielp in de zaak en hij was werkzaam als architect.
Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog trad reserve-onderofficier Adolf op 1 juni 1941, samen met zijn vriend Antoine Hannoset, toe tot de weerstandsgroepering het Belgisch Vrijwilligers Legioen (B.V.L.), waarin hij een actieve rol zou vervullen. Ook zijn echtgenote Marie-Louise Van Coppenolle en haar tweelingzus Elisabeth Van Coppenolle waren lid van dezelfde weerstandsgroepering.
Adolf werd op 26 september 1942 op het voetbalplein in Grembergen aangehouden door de Geheime Feldpolizei (G.F.P.) en opgesloten in de Nieuwewandeling Gent. Op 23 augustus 1943 werd hij op transport gesteld naar Duitsland, waar hij achtereenvolgens terechtkwam in Bochum en in Strafgefangenenlager Esterwegen, waar de politieke gevangenen aan veel ontberingen werden blootgesteld. Op 20 oktober 1943 werd hij ter dood veroordeeld. Hij werd op 22 november 1943 onthoofd in het Zuchthaus Brandenburg-Görden, samen met andere leden van het Belgisch Vrijwilligers Legioen (B.V.L.), waaronder zijn broer Florent De Mol. In 1946 werd zijn urne vanuit een crypte in Laken overgebracht naar Dendermonde, waar ze op 1 november werd bijgezet op het krijgskerkhof.