Met deze struikelsteen herdenken we Elisabeth (Betty) van Coppenolle, geboren in 1917 als dochter van Henri en Juliette Goossens, die in 1932 op het Statieplein van start gingen met de uitbating van een herberg en een taxidienst. Samen met haar tweelingzus Marie-Louise Van Coppenolle hielp ze haar ouders bij de uitbating van deze herberg.
Toen haar inwonende schoonbroer Adolf De Mol zich op 1 juni 1941 aansloot bij de weerstandsgroepering het Belgisch Vrijwilligers Legioen (B.V.L.), trad ook zij even later toe, alsook haar tweelingzus Marie-Louise Van Coppenolle. Ze werd op 28 september 1942 aangehouden door de Geheime Feldpolizei (G.F.P.) en zes weken lang opgesloten. Midden maart 1943 werd ze door de Geheime Feldpolizei (G.F.P.) opnieuw aangehouden en in de Nieuwewandeling Gent opgesloten. Van daar ging ze op 23 maart 1943 richting Duitsland, waar ze achtereenvolgens verbleef in Bochum (buitencommando van het concentratiekamp Buchenwald en vervolgens in de concentratiekampen van Ravensbrück en Mauthausen (Oostenrijk)). Daar overleed ze op 17 maart 1945, verzwakt door ziekte en ontbering. Betty werd na de oorlog postuum door het Ministerie van Landsverdediging (Dienst Weerstand) benoemd tot 'sergeant van de Weerstand'. Op 5 juni 1946 werd in de kerk van Sint-Gillis Binnen van haar afscheid genomen met een plechtige uitvaartdienst.