Dendermonde dankt niet alleen zijn ontstaan en zijn naam aan de samenvloeiing van Dender en Schelde; de unieke ligging aan beide rivieren speelde ook een belangrijke rol in de bloei van de stad. Dendermonde was eeuwenlang een echte waterstad met havens, schippers, vissers en pijnders (laders en lossers van schepen).
Water: een zegen en een vloek
De strategische ligging aan het water bracht echter niet alleen voorspoed, maar zorgde er ook voor dat Dendermonde doorheen de geschiedenis vaak het strijdtoneel was in militaire conflicten. Een ander nadeel van de ligging aan Schelde en Dender, was de gevoeligheid voor overstromingen. Om aan dit euvel tegemoet te komen en om de doortocht van de scheepvaart te vergemakkelijken, werd in 1967 beslist om een deel van het Dendertracé recht te trekken, zodat de Dender niet langer in het stadscentrum zou uitmonden in de Schelde.
In 1978 werd in de Sint-Onolfspolder een nieuwe Dendermonding met stuw en tijsluis met hefdeuren gerealiseerd. De Dender is hier aangepast voor schepen tot 1.250 ton en de totale lengte van het sluizencomplex bedraagt ca. 500 meter. De oude Dendermonding in de binnenstad werd gedempt.
De jaagpaden langs Dender en Schelde worden veelvuldig gebruikt door wandelaars en fietsers. Dankzij een gemakkelijke oeververbinding ter hoogte van de Tijsluis kunnen recreanten hier op een vlotte manier hun tocht langs het water voortzetten.